Via externe personeelsmobiliteit heeft het personeelslid meer carrièremogelijkheden: hij kan solliciteren voor een functie bij een bestuur van hetzelfde werkingsgebied (grondgebied), alsof hij een personeelslid van dat bestuur is. In bepaalde gevallen betekent dat dat hij geen diploma moet voorleggen. Hij komt ook niet in concurrentie met kandidaten van buiten het bestuur (tenzij het bestuur beslist om gelijktijdig de aanwervingsprocedure op te starten). Ook voor het bestuur is dit een voordeel: de aanstellende overheid kan op snelle(re) wijze geschikte kandidaten aanwerven.
De regeling van externe personeelsmobiliteit tussen besturen van hetzelfde grondgebied (bv. tussen gemeente, OCMW en AGB) kan maar effectief toegepast worden als die wederkerig gebeurt. Voorbeeld: zowel de gemeenteraad, de OCMW-raad als de raad van bestuur van het AGB moet eerst de lokale rechtspositieregeling aanpassen alvorens er externe personeelsmobiliteit tussen de gemeente, het OCMW en het AGB van die gemeente mogelijk is.
De Vlaamse overheid heeft met medewerking van de VVSG en enkele lokale besturen een aantal instrumenten voor externe personeelsmobiliteit uitgewerkt: een model van raadsbeslissing met in bijlage voor de besturen die dat wensen een voorbeeldtekst over het voeren van gezamenlijke selecties en wervingsreserves; een Vraag en Antwoord (FAQ) en tabellen om de gelijkwaardigheid van graden te verifiëren: voor OCMW-personeel, voor gemeente- en provinciepersoneel en voor personeel van diensten van de Vlaamse overheid. Daarnaast heeft de VVSG zelf een FAQ opgesteld over externe personeelsmobiliteit en aanleggen van werfreserves tussen gemeente, AGB en OCMW.